bunker A kerk hitler kapot bouw

1940

De aanval

de Belgische stellingen het Duitse aanvalsplan

10 Mei 1940 - 12 Mei 1940

De bezetting

politiek sociaal economisch

11 Mei 1940 - 12 September 1944

De bevrijding

het verloop de vrijheidsstoet

12 September 1944 -

1945

Interview met Gerardine Creemers

Voor mijn eerste interview heb ik mijn oma langs mijn vaders kant geïnterviewd.
Mijn oma komt uit een gezin van 7 kinderen die tussen de 3 en de 16 jaar oud waren toen de oorlog begon. Mijn oma zelf was 11 jaar oud in 1940.

Wat voorafging
We hadden al veel over de oorlog horen praten. Men dacht dat de Duitsers opnieuw iets van plan waren. Iedereen in het dorp was hiervan overtuigd. Al zeker een jaar voor de beruchte
“10 de mei” hoorden we op de radio over Duitsland en zijn wil om meer gebied te veroveren.

Het fort van Eben Emael.

In Kanne was men trots en blij dat het fort van Eben Emael er kwam. Men was er dan ook zeker dat het fort niet kon worden ingenomen . Maar in de twee dorpen wist men zeker dat, wanneer de Duitsers zouden komen dan zou Kanne en Eben Emael platgegooid worden. De Duitsers zouden er zeker alles aan doen om het fort in te nemen.
Het dorp Kanne was dan ook voorbestemd om naar Aalter te vluchten. Maar niemand wou vluchten omdat Kanne de mergelgrotten heeft. Deze zouden bij een bombardement als schuilkelder worden gebruikt. Enkele grotten in Kanne zijn “De Berg( bij Vraencken)” en tegenover het kanaal de mergelgrotten in “het avergat”. Maar deze grot durfde men niet gebruiken uit schrik dat men de brug liet springen en dan kon men niet terug het kanaal over.
In Kanne was ook het leger aanwezig. Deze soldaten werden ingekwartierd bij mensen die soldaten in huis wilde nemen.
Er was ook regelmatig groot alarm, dan ging er een sirene af en men trok naar de berg of de kelders in. De soldaten bleven dan op post in het dorp. Als de dreiging voorbij was, danwerd het sein veilig gegeven en kon iedereen terug naar huis.

9 - 10 mei
De nacht

Het was eigenlijk een normale nacht. Toen het luchtalarm klonk, gingen we niet naar “De Berg" maar bleven we in de kelder. Maar deze keer hoorde we de bommen vallen. We konden ook geweerschoten horen. Toen werd er vlak voor ons keldergat een soldaat neergeschoten die we hoorde roepen om zijn mama. Toen het sein veilig werd gegeven, zijn we terug naar boven gegaan om verder te slapen.

De Ochtend van de 10 de mei

Er was grote paniek. Niemand wist wat er ging gebeuren. Iedereen verschool zich in hun huis. Ook werden er spullen klaar gezet zodat men zo snel mogelijk naar de berg kon vluchten. Er was grote teleurstelling in het fort dat het zo snel ingenomen was en iedereen was zeker dat het verraden was. We waren ook wel opgelucht want als het fort lang zou hebben stand gehouden dan zou dit voor veel meer doden hebben gezorgd. .

Gedurende de 11 daagse veldtocht

De eerste 12 dagen zijn we thuis gebleven omdat men schrik had voor de Duitsers en toen België zich had over gegeven werd het normale leven weer hervat.
Maar men was niet meer vrij en had schrik. In veel gebouwen lagen Duitsers. Ondertussen hoorde men veel vertellen over het verdere verloop van de oorlog.
Toen België zich overgegeven had, begonnen de Duitsers zich overal te nestelen. In het gemeentehuis werd de burgemeester afgezet en een oorlogsburgemeester aangesteld en ook een ook nieuwe agent.

Voedselrantsoenering

Alles kwam op de bon en om brood te halen moesten we naar Lanaken. Soms waren de bons op maar de bakkers bakten veel in het zwart. De boeren moesten ook alles aangeven zoals: melk en graan, vlees, varkens en koeien . Maar hier konden de boeren heel soepel in zijn omdat de Duitsers het nooit precies konden controleren.

De Smokkel

Hier kan men de groep smokkelaars verder in 2 groepen verdelen.
De eerste groep: De mensen die voor het gezin smokkelden en de tweede groep: De mensen die smokkelden om de smokkelwaar door te verkopen.
 Er werd dan ook veel gesmokkeld.
We smokkelden vooral garen naar Maastricht en in ruil kregen we dan eten. Ook tabak en drank werd naar België gesmokkeld. Men had vaste smokkelroutes: een boven het kasteel van Neercanne en t’broek ( de jekerweg).
De gewone weg om naar Maastricht te gaan was de Kannerweg. Maar hier stonden de Kemiezen (oftewel grenswacht ) controleerden aan het douanegebouw genaamd “de Hollandse Statie”. Dit was ook de verblijfplaats van de Kemiezen.

Wij smokkelde enkel voor ons eigen en als we werden gepakt dan konden we wel doorgeraken omdat het voor ons gezin was. Vooral wij kinderen werden eropuit gestuurd om te smokkelen voor de gezinnen omdat wij niet zo snel aangehouden werden.
De kinderen hadden smoesjes zoals: “We kregen het van onze tante in Maastricht,… ”

Mijn oma ging altijd smokkelen met haar zus Bertine. Dit werd altijd volgens een vast patroon gedaan namelijk: De persoon die de smokkelwaar had, bleef achter en die het niet had ging kijken of de Kemiezen binnen zaten. Als dit zo was dan werd er teken gedaan naar de persoon met de smokkelwaar die dan doorliep. Als ze wel buiten stonden dan werden de dingen in het gras gegooid. En eventueel later opgehaald.

Professionele Smokkelaars

Er waren ook smokkelaars die het voor het geld deden. Deze werden zwaar gestraft. Op De Keel en in Klein Heukelom werd ook veel gesmokkeld door deze mensen. Men trok dan met de smokkelwaar dwars over het veld.
De echte smokkelaars waren nooit alleen en ze hadden hele systemen om te kunnen smokkelen.
De beroeps smokkelaars smokkelde soms met paard en kar waar de smokkelwaar onder het hooi verstopt was.
Vooral de boeren paste deze techniek veel toe. Zeker de boeren die op de grens woonden gingen regelmatig met paard en kar de grens over om zo in grote hoeveelheden te kunnen smokkelen.
Maar ook hier werd gecontroleerd: de Duitsers stonden aan de grens en de NSB’ers controleerden de mannen. Voor vrouwen had men een visiteuse om te fouilleren.

Geallieerde Bombardementen

Tijdens de bezetting was er nog geregeld luchtalarm en luchtaanvallen van de geallieerden. Men vluchtte dan iedere keer naar de berg. Mijn oma en haar jongere broer en zus gingen zelfs iedere avond in de berg slapen. Als er dan nog eens luchtalarm was kwam de rest van het gezin ook nog.

In de berg had ieder gezin een plaats gemaakt waar men kon slapen. Het gezin van mijn oma had er een soort van kamertje gemaakt. Dit werd door bijna iedereen in de berg gedaan. Als verlichting werden carbidlampen gebruikt, aangezien iedereen in Kanne wel ooit in de berg gewerkt had, bezat iedereen dergelijke lampen.
Alle plaatsen waar gezinnen zaten in de berg werd een naam gegeven door de mensen
vb. T Hoeg Heufke ( het hoge hofje) zo heette het plekje waar oma en haar gezin altijd zat.
Maar op een nacht was er een luchtalarm en het hele gezin behalve de vader ging naar de berg. Hij ging dan buiten kijken naar de overvliegende vliegtuigen. Maar deze avond werd Kanne gebombardeerd en ook het huis van het gezin van mijn oma, de familie Creemer, werd niet gespaard.
Het huis werd getroffen door een bom en enkel de gevel van het huis stond nog recht. De vader Jaak is dan naar de grot gerend om het nieuws te komen vertellen. De mensen in Kanne hebben dan het gezin onderdak verleend. Dit was natuurlijk een gigantische aanpassing voor het gezin en zeker de moeder ( Ida) had het er heel moeilijk mee. Daarop is de vader begonnen met de herbouw van het achterste stuk van het huis.

Gedurende de verdere duur van de oorlog hebben ze bij een 4-tal gezinnen ingewoond. En het zou tot na de oorlog duren voordat het huis heropgebouwd zou zijn.
Voedsel
Bij mijn oma haar thuis hielden ze ook dieren: een paar schapen, wat varkens, konijnen en kippen.
Dit moest niet aangegeven worden aan de Duitsers en dit betekende voor het gezin een hoop extra voedsel. Maar ook de dieren hadden eten nodig.
Een manier om aan voedsel voor de dieren te komen, was als de boeren geoogst hadden de overige graantjes van het veld gaan rapen.
Er waren ook boeren die na de inval de brug over moesten om hun koeien te melken. Dan ging oma soms mee met de boer. Ze gingen via de brug van Vroenhoven naar Kanne om aan de overkant van het kanaal de koeien te melken.

De slager was maar 1 keer per dag open. De mensen moesten dan in de rij wachten en wie niet op tijd was, had niks. Mijn oma ging al om half vijf in de rij staan bij de slager die pas om 9 open ging.
Er stonden tegen die tijd al honderden mensen voor de slager. Maar de slachter had ook kinderen die dan alleen thuis waren. Mijn oma ging dan op hun kinderen passen. Hiervoor kreeg oma vlees en hoefde niet meer in de rij te staan. Soms hoefde oma zelfs niet te betalen. Bij oma thuis hadden ze genoeg bonnen omdat er nergens iets te kopen was.
Een reden hiervan was dat verkoper vertelden dat ze niets meer hadden. Maar ze verkochten het liever in het zwart voor een dikke winst. Deze mensen hebben zich heel rijk gemaakt in de oorlog.

Andere ongemakken

Kledij was heel moeilijk om aan te geraken. Oma heeft een mantel gekregen van haar ma, gemaakt van een deken. Nieuwe kleren werden bijna niet gekocht, alles werd zo veel mogelijk hersteld.
Van de wol van hun eigen schapen werden truien etc. gebreid.
De fietsen waren ook een probleem, niemand had nog banden. Men nam een stuk rubber dat rond de velg gebonden werd om het fietsen nog mogelijk te maken.

Verdiensten

De ouders deden ook zoveel mogelijk om geld binnen te laten komen. De vader was schrijnwerker en tijdens de oorlog heeft hij een lot bos ( men verkocht toen stukken bos ) moeten kopen om aan hout te geraken. De vader ging ook haren knippen en bij de boeren helpen. Als schrijnwerker maakte hij niet enkel deuren en ramen bij een aannemer maar ook speelgoed.
En de moeder ging ook bij de boeren werken en dit vooral in ruil voor eten. Ook de kinderen moesten vaak helpen.

Winterhulp

Tijdens de Oorlogswinter van ‘43 werd er hulp verleend aan de mensen in Kanne en Eben-Emael.
Dit gebeurde aan het fort van Eben Emael. Hier stonden enkele kramen, men schoof in rijen aan voor koeken en melkpoeder. Ook kreeg de snelste iets en de laatste had pech.
Broer Harry
Hij werkte voor de oorlog in Maastricht als bakkersknecht. Hij had ‘s nachts gewerkt en hij wou terug naar huis komen maar mocht niet meer. Want men dacht dat iedereen toch naar Aalter was. Hij is toen naar Frankrijk gevlucht en is daar 3 maanden gebleven. In Kanne dacht iedereen dat hij dood was, maar in de maand oktober is hij terug gekomen. In de kerk kwam men zeggen dat men Harry had gezien. Toen is het hele gezin naar huis gegaan en hebben ze gewacht tot hij terug thuiskwam. Deze broer van mij oma( Harry Creemers) zat later in de Witte brigade.

Het verzet

Van het verzet merkte ze dus ook wat:
Deze hadden witte pakken aan daarom de naam “ Witte Brigade.” Thuis werd er niet gesproken over de acties waar Harry aan deelnam. Maar het was algemeen geweten dat er verzet was in Kanne. Vooral de jongemannen zaten er bijna allemaal bij. Het verzet voerde zijn aanslagen uit buiten Kanne. Op het einde van de oorlog is Harry de Geallieerden tegemoet gegaan en hij is toen op een tank Kanne binnengereden.

De verplichte tewerkstelling

Men bracht brieven rond dat iedereen gekeurd moest worden. Bij mijn oma thuis werden Harry en Jean opgeroepen om gekeurd te worden. Ze moesten hiervoor naar Hasselt. Harry werd afgekeurd omdat hij zei dat hij de vallende ziekte had.
Maar Jean werd wel goedgekeurd. Hij is toen in Leipsich in Duitsland gaan werken en hij heeft zich toen in Duitsland laten afkeuren. Dit deed hij door sigaretten te roken met zilverpapier en gemalen aspirines erin. Van de aspirines viel men flauw en door het zilverpapier leekt het op de röntgenfoto’s alsof men een maagzweer had( na de oorlog heeft hij hier wel een geheugenstilstand van gekregen en hier is hij ook aan gestorven.)

De Jodenvervolging

In Kanne was 1 Joodse Familie. Tijdens de oorlog ging het gerucht dat men de joden ging oppakken. De hele familie is toen vertrokken.

Berichten van Engeland

Er werd ook veel naar de geheime radio geluisterd. De mannen van het dorp die gingen ‘s avonds naar “het heukse”. Tijdens de oorlog noemde men dit ook wel het “leugenheukske” omdat er niet altijd waarheden verteld werden. Zo werd ook vernomen dat er een Geallieerde landing plaats had gevonden. Het hele dorp was toen in rep en roer en de eerste Duitsers begonnen al te vertrekken. Ook in Kanne was het al meteen feest toen men dit blijde nieuws vernam.
 

De Bevrijding

Regelmatig kwamen meer en meer berichten van de geallieerde opmars. Het dorp kwam meer en meer in feeststemming, met als toppunt de bevrijding van Kanne zelf:
De Amerikanen zijn dan via Eben -Emael opgekomen en te Kanne het kanaal overgestoken.
Het was toen feest in het dorp. De fanfares waren terug samengekomen, meisjes en jongens bestormde de tanks en reden daarmee door heel Kanne. De huizen waren versierd en iedereen haalde de vlag uit. Overal in het dorp was er bal.

Inkwartiering

Er werden ook veel Amerikanen ingekwartierd bij de mensen thuis. Ze zijn daar ook nog een hele tijd gebleven.
De Amerikanen sloegen ook een tentenkamp op aan de top van de Muizenberg. Hier gingen zij vaak met een groep kinderen naartoe en dan vroegen zij de soldaten of ze wat te eten kregen. Van de soldaten kregen ze dan: chocolade, limonade en soldatenkoeken.