bunker A kerk hitler kapot bouw

1940

De aanval

de Belgische stellingen het Duitse aanvalsplan

10 Mei 1940 - 12 Mei 1940

De bezetting

politiek sociaal economisch

11 Mei 1940 - 12 September 1944

De bevrijding

het verloop de vrijheidsstoet

12 September 1944 -

1945

Interview met Lisa Schiepers-Bastiaens

Toen de oorlog uitbrak was ik 22 jaar en werkzaam als gouvernante in Brussel.
Dit was bij een graaf en gravin waar altijd Frans werd gesproken.  
Ik had enkele kinderen onder mijn hoede die ik Nederlands moest leren praten.

Wat voorafging :

Vanaf mijn 19de werkte ik in Brussel. Gedurende mijn verlof  in Vroenhoven was het hier mobilisatie, dit was uitsluitend voor de militairen gelegen aan de grens. Ze hadden hier tenten en barakken opgezet.
November 39: Ik kwam in Vroenhoven op verlof en het was toen algemene mobilisatie. Bij terugkomst te Brussel vroeg de graaf hoe het verlof was en vertelde ik van de mobilisatie. De graaf vertelde toen dat Koning Leopold naar Tongeren was gegaan omdat men verwachtte dat de Duitsers dat weekend zouden aanvallen.

Wat vond u van Het fort van Eben Emael ?

Ook ik dacht dat het Fort bescherming zou bieden. Ik zat dan wel in Brussel maar ik was er zeker van dat het in Vroenhoven en Kanne goed zou gaan.

9 - 10 mei 1940

Het grootste deel van wat ik over Vroenhoven weet ben ik na de oorlog te weten gekomen. Die dag zelf zat ik in Brussel.
De 9de zat het in Vroenhoven al vol met Duitse spionnen. Deze kwamen kijken waar de legerbarakken enz.  stonden.
Een douanier aan de grens was die avond van dienst. Hij had van alles opgemerkt en is vlug over de brug naar de barakken van de soldaten gelopen om deze te waarschuwen.  Nadat deze gewekt werden en op hun post waren,  merkten ze op dat er al vele Duisters geland waren.
De soldaten wilden op hun schieten maar daar hadden ze toestemming nodig van hun officier. Deze lag zelf ook nog te slapen en was van niets op de hoogte.

10de mei

Thuis was er een postkantoor en mijn vader was postmeester. (Roel’s overgrootvader) Hij had documenten die in geval van oorlog geopend mochten worden. Hij moest met de gehele geldwaarde van het kantoor naar Ronse gaan. Met de fiets en het geld is hij dan vertrokken.

Mijn familie’vader, moeder en 3 zussen’ zijn met pak en zak naar een bijzijnde winkel gevlucht waar men ook over een vrachtwagen beschikte. Er kwamen weer vliegtuigen over en bombardeerde de garage van de winkel en al onze valiezen en vrachtwagen werd vernietigd.  Zo kon men niet vluchten met de wagen.
Alle grensbewoners wilden zo snel mogelijk weg vermits  op hun pas stond  “ verplicht weggevoerden” .
Daarom is mijn familie te voet naar Riemst getrokken en aan het kruispunt in Riemst, kwamen er opnieuw vliegtuigen over. Men ging schuilen in de kelder van een café ‘ Lemmekes’ ,ook familie. Maar ook dit  gebouw werd getroffen door de bommen en de volledige kelder stortte in. 13 mensen stierven waaronder mijn moeder en 2 zussen . ( voor meer info zie interview oma Herderen)

Hoe was het hier gedurende de 11 daagse veldtocht ?

Zolang er gevochten werd, trok iedereen weg en het grootste deel van de huizen in Vroenhoven stonden leeg. Er ging dan enkele familieleden  in de huizen wonen om deze te bewaken gezien er veel gestolen werd.

Wanneer bent u teruggekomen naar Vroenhoven ?

Toen de oorlog uitbrak zat ik in Brussel, maar ben toen met de kinderen gevlucht naar Frankrijk. Toen we begin  juli teruggekomen zijn vernamen we in Brussel dat mijn moeder en 2 zussen gesneuveld waren. De graaf en gravin hebben  mij daardoor zo vlug mogelijk laten terugkeren  naar Vroenhoven.

Met de bus  van Brussel naar Luik, vanuit Luik  met de tram naar Tongeren en vervolgens van Tongeren naar Vroenhoven met een vrachtwagen van mensen uit Vroenhoven. Dezelfde mensen die samen met  mijn mama en zussen het eerst bombardement in de winkel hadden meegemaakt.  Ze hebben mij tot aan hun magazijn gebracht en  ben vervolgens te voet naar huis gewandeld. Thuis met mijn papa, Nelly en Janine was het een ontroerend weerzien omdat ze niet wisten dat ik terug ging komen.  

Hoe zat het met de voedselrantsoenering ?

We kregen maandelijks  onze zegeltjes en hiermee konden in de  winkel die goed bevoorraad waren onze inkopen doen. Later konden we zelfs textiel krijgen voor zeer veel zegeltjes. Op het begin van de oorlog had vader nog een zak meel bij een boer gekregen en bakten we zelf ons brood. We  hadden een grote moestuin die ons van groenten voorzag. Thuis hadden we varkens en kippen die we soms konden slachten zonder medeweten van de Duitsers.

Ik weet nog dat we ‘s morgens kaas bij de boterham aten. We hadden al lange tijd geen Herve kaas meer gegeten en een boer uit Herve kwam deze verkopen zonder zegels.
Soms ging mijn vader ook stroop stoken bij een drankenhandel en bracht dan een emmertje stroop mee voor de boterham.

De boeren gaven ook veel minder hectare land aan dan dat ze werkelijk bezaten zo kon men hier en daar wat extra krijgen. In Belgie stond de hectare  niet juist papier. Daarom zegt men dat Vroenhoven tijdens  de oorlog is gekrompen. Er werd heel weinig aangegeven aan de Duitse overheid. Enkele voorbeelden : als een koe een tweeling had gekregen dan gaf men maar één kalf aan.  Als een varken van 100 kg werd geslacht dan gaf men op het gemeentehuis slechts 70 kg aan. De boeren verkochten ook heel veel in het zwart maar tegen veel hogere prijzen. Hitler zelfs heeft eens gezegd :” In Nederland is hongersnood, maar de Belgen hoeven we niet te steunen, die bevoorraden zichzelf in het zwart.”

Hoe zat het met de  smokkel in deze grensstreek?

De smokkelhandel van voor de oorlog werd tijdens de oorlog verder gezet.
Een anekdote hiervan is:  mijn grootvader ging naar Maastricht en kwam terug met een heel groot stuk paardenvlees. Hij kwam op “de keel” bij de douanepost. Bij controle zij mijn grootvader dat het  vlees te goed was om in de grond te steken (dit moest de douane doen met in beslag genomen vlees). Hij zei dat hij het vlees wel zou terugbrengen naar de winkel in Maastricht. Dit deed hij natuurlijk niet maar de douanier kon niet op hem blijven wachten.

Waren er ook professionele smokkelaars ?

In de cafés achter de brug was er veel smokkelhandel. Een voorbeeld hiervan was café Verjans die goed bekend stond voor smokkelwaar.
Deze mensen verdienden veel geld tijdens de oorlog.

Waren er hier geallieerde bombardementen ?

In Vroenhoven zijn meerde keren vliegtuigen afgevallen die in Duitsland beschoten werden. Om geheime signalen naar de overvliegende vliegtuigen te voorkomen moesten alle huizen verduisterd worden. Van luchtalarm was in Vroenhoven geen sprake wel hoorden we het luchtalarm van Maastricht.

Was er verzet aanwezig in Vroenhoven?

In Vroenhoven was er ook een Witte Brigade.
Deze mensen hielpen de gevallen vliegeniers veilig weg te brengen en sommige namen joden in hun huis. Ook hebben ze eens alle zegeltjes gepikt op de gemeente. In Vroenhoven was niets van belang dat men kon saboteren. Toen de Amerikanen in Normandië waren, zocht het verzet verplegers mochten er mensen gewond zijn.  In het dorp hebben zich toen 10 vrouwen aangemeld waarbij mezelf. We kregen dan een ransel met verzorgingsmateriaal en enkele lessen over wondbehandeling.

Hoe zat het in Vroenhoven met de verplichte tewerkstelling, en de Jodenvervolging ?

Enkelen zijn naar Duitsland geweest maar de meesten lieten zich bij boerderijen inschrijven,  zodat ze daar moesten werken. Ook zijn er jongens ondergedoken maar dit werd geheim gehouden zodat niemand in het dorp er iets van wist.
In Vroenhoven hebben een tijdje 2 joden ondergedoken geleefd maar in Vroenhoven zelf woonden geen joden.

Kwamen er hier berichten van het buitenland aan ?

Ook in Vroenhoven werd er naar de buitenlandse radio geluisterd, voornamelijk naar de Nederlandse en Engelse radio. Dit was gevaarlijk gezien er zelfs mensen in de gevangenis werden gegooid omdat ze ernaar luisterden.

 Hoe is de  Bevrijding hier verlopen ?

Op 6 juni 1944  zat ik bij de tandarts in Tongeren toen ik het nieuws van de landing in Normandie  vernam. Thuis aangekomen was heel het dorp al op de hoogte. We wachten vol ongeduld tot de laatste Duitsers weg waren. Zij  hebben wel de brug over het Albertkanaal opgeblazen. We werden wel vooraf ingelicht en hebben de schilderijen van de muren gehaald.
Enkele cafébazen hebben geprobeerd de Duitsers zo dronken mogelijk te krijgen zodat ze de brug niet zouden opblazen. Er werd een grote beloning uitgeloofd aan de mensen die dit  zouden verhinderen. Een nieuwe brug kostte immers veel meer dan een beloning maar  toch is de brug opgeblazen. (zie foto)

Toen de grote uittocht van de Duitsers begon eisten ze  fietsen en allerhande vervoersmiddelen op om snel mogelijk naar Duitsland te kunnen vluchten.
In Vroenhoven is geen echte intocht geweest van de geallieerden, aangezien de Amerikanen wisten dat ze niet met hun leger over de brug van Vroenhoven konden. Er is wel  een luitenant naar de kapotte brug komen kijken.  Aan de overkant van de brug waren er nog steeds Duitsers en die schoten de Amerikaanse luitenant neer. De chauffeur van de luitenant heeft zicht omgedraaid en is weg gerend. Niemand durfde de Amerikaan te gaan halen. Toen ben ik samen met een priester, mijn  nicht en de leider van de witte brigade de Amerikaan gaan halen en hebben hem vervolgens naar een boerderij gebracht.

Toen de Amerikanen in Vroenhoven gesetteld waren, hadden ze een vliegtuigje dat boven het kanaal patrouilleerde. Als dit vliegtuigje een verdachte beweging zag gaf het een signaal naar een kanon in Vroenhoven of in Millen en werd de overkant beschoten. Doordat het vliegtuigje dacht dat iedereen aan de overkant Duitsers waren zijn er ook burgers gewond geraakt.
Als de Amerikanen op verplaatsing gingen,  dan liepen ze slechts 100 meter en wachten op het wachtwoord “let’s go” , vervolgens liepen ze weer verder.
Alle mensen met sympathie voor het leger mochten aansluiten en mee marcheren richting Berlijn.

Zijn er ook Amerikanen ingekwartierd ?

 De Amerikanen hadden tenten bij en zetten deze in weiden. Maar ook werden er soldaten ingekwartierd bij mensen thuis. Bij ons thuis werden er soldaten ingekwartierd die op herstellingsrust waren. Deze soldaten waren heel vriendelijk en zaten soms op zolder te pokeren. Bij het afscheid schreven de soldaten iets in een boekje dat ik nog steeds bezit.

.