De aanval
De aanval
De Belgische stelling
Vanaf de algemene mobilisatie van het Belgische leger rond augustus 1939 zaten er al soldaten in Vroenhoven. Deze soldaten bestonden uit 2 groepen.
Eén groep was de grenswielrijders, die al sinds 1934 met 12 man de bunker van Vroenhoven bezetten. Deze grenswielrijders staan onder bevel van de Grenswielrijders compagnie te Lanaken. Tijdens de mobilisatie werd deze groep aangevuld met andere soldaten. Op 1 mei 1940 komt hier dan het 18e linieregiment dat in Vroenhoven zal blijven tot 10 mei 1940.
De stelling te Vroenhoven bestonden uit 3 verdedigingbunkers bunker M aan de brug, bunker A rechts van de brug beneden aan het kanaal en bunker B links van de brug ook beneden aan het kanaal. De bunkers hadden twee verdiepen, voorzien van mitrailleurs, zoeklichten, voorraden munitie en medisch materiaal. Tussen deze verdedigingswerken zijn loopgraven en luchttelefoonlijnen aangelegd.
De belangrijkste waarde van deze stelling berustte in de 23 meter diepe kanaalgracht en de brug. Vooral de bunker speelde hierbij een grote rol. Vanuit deze bunker kon men namelijk de explosieve ladingen ontsteken die ervoor zorgen dat de brug ontploft. Dit mocht enkel gedaan worden: op bevel van de koning, op bevel van de corpscommandant, op bevel van de eenheidscommandant of als vijandelijke pantserwagens de brug willen oversteken. Enkel in dit laatste geval mocht de postoverste de brug doen springen. Als de brug eenmaal gesprongen was, was het onmogelijk om nog het kanaal bij Vroenhoven over te steken. Hier lag dan ook de grote kracht van deze stelling.
Ook kon men op vuursteun rekenen vanuit het fort van Eben-Emael, waarvan de kazematten Ma1 en Ma2 van het fort Vroenhoven konden bestrijken.
Het gebied dat in Vroenhoven door de soldaten van het 18e linieregiment en de grenswielrijders verdedigd werd, bestond uit 4 compagnieën en deze werden verdedig werden door telkens 1 compagnie. Compagnie 1,2 en 3 vonden we aan de brug. Compagnie 7 was te vinden is achter de splitsing van de Maastrichtersteenweg met de Burgemeester Marres baan. Deze compagnieën werden dan nog eens onderverdeeld in steunpunten die bewapend waren met: mitrailleurgeweren, mitrailleur nesten, mortieren en een 47 mm kanon.
In het 1ste compagnie bevinden zich 3 steunpunten, bunker M, bunker B en de brug. In deze compagnie bestaat de bewapening uit 11 mitrailleurgeweren,3 mitrailleursnesten, 1 mortiergroep en 3 47 mm kanonnen waarvan er 1 in bunker M staat. Ook de commandopost van het bataljon bevond zich in de1ste compagnie.
Compagnie 2 omhelsde het dorpscentrum van Vroenhoven en bunker A. Deze compagnie was onderverdeeld in 4 steunpunten. In deze compagnie bestond de bewapening uit: 10 mitrailleurgeweren, 3 mitrailleursnesten,1 mortiergroep en een 47mm kanon.
Compagnie 3 bevond zich rond de heuvel van Vroenhoven waarvan het bovendeel vlak en naakt is. Deze compagnie was ingedeeld in 2 steungroepen : de 1ste was gelijk aan de heuvel van Vroenhoven en de 2de steungroep ligt hierachter. De bewapening van deze compagnie bestond uit: 10 mitrailleurgeweren,3 mitrailleursnesten en 2 mortiergroepen.
Compagnie 7 ligt achterin Vroenhoven en is onderverdeeld in 3 steungroepen.
Compagnie 7 nam met zijn: 11 mitrailleurgeweren,2 mitrailleursnesten en 1 47 mm kanon de achterrand onder vuur.
Ook vanuit de dorpen Lafelt en Kesselt kon Vroenhoven onder vuur genomen worden. Vooral de zuidoostelijke flank van Kesselt kon de toe- en uitgangswegen van de brug onder vuur nemen. Deze flank van Kesselt was bewapend met: 4 mitrailleursnesten, 2 47mm kanonnen en 7 mitrailleurgeweren.
Op deze manier voorgesteld lijkt deze stelling zeer goed verdedigd maar er waren enkele grote zwaktes. Zo was het front waarover zich de eerste 3 compagnieën verspreid zijn 2,200 km breed. Dit had als gevolg dat er een verbrokkeling van manschappen plaatsvond over de lengte van het front. Dit gaf de soldaten de indruk afgezonderd te zijn. Ook had het regiment zijn voorraad munitie niet ontvangen, hierdoor beschikte iedere fuselier slechts over 60 patronen. Door de landbouwverloven zijn er 15% minder soldaten op post. Een van de grootste zwakheden van de stelling was de grote zichtbaarheid van de stelling vanuit de lucht.
Het Duitse aanvalsplan en de aanval
Het Duitse aanvalsplan
Waarom kozen de Duitsers net deze plaats uit om België binnen te vallen?
Het meest logische antwoord is natuurlijk, het is de kortste weg om vanuit Duitsland naar Vlaanderen te gaan. Dit was in 1914 wel gebleken toen het Duitse leger bij Lixhe de Maas overstak om van hieruit België te veroveren.
Maar België wou niet twee maal dezelfde fout maken en men besloot tot over te gaan tot de bouw van Fort Eben-Emael. Dit zou de Duitsers de lust moeten ontnemen om het op dezelfde plaats een 2de keer te proberen.
Ook een van de grote “troeven” van deze regio is de nabijheid van een grote stad zoals Maastricht. Een grote stad betekent een goede infrastructuur, iets wat onmisbaar was voor een oprukkend leger.
Het probleem van deze actie lag erin dat wanneer het Duitse leger via Maastricht ging ze sowieso voorbij Veldwezelt, Kanne en Vroenhoven moesten.
Hieraan waren enkele grote problemen verbonden.
Ten eerste was er, zoals hierboven aangegeven, het Fort Eben-Emael. Het fort moest uitgeschakeld worden om een vlotte opmars te garanderen.
Ten tweede was er de omgeving en verdediging van de bruggen. Bij Veldwezelt en Vroenhoven zijn er namelijk veel te steile oevers om een pontonbrug te kunnen bouwen. Deze bruggen moesten dus intact in hun handen vallen. Dit zou nooit lukken als ze een klassieke aanval zouden proberen. De postoverste zou de brug meteen laten springen. De enige oplossing was dus om een verrassingsaanval uit te voeren om zo de bruggen intact in handen te kunnen krijgen.
Het Duitse aanvalsplan bestond er dan ook in, om met een combinatie van nieuwe technieken en pure lef de stelling te Vroenhoven in te nemen.
In de nacht van 9-10 mei 1945 vertrokken er vanaf de vliegvelden Köln Ostheim en Köln Butweilerhof 42 zweefvliegtuigen. Deze zweefvliegtuigen werden vooruit getrokken door 42 junkers ju88 en werden aan de Nederlandse grens losgekoppeld om op eigen kracht tot in België te zweven.
In elk zweefvliegtuig zaten 7-8 soldaten die speciaal waren opgeleid voor deze opdracht. Deze soldaten stonden onder leiding van kapitein Koch. 11 van deze zweefvliegtuigen waren bestemd voor Vroenhoven met als codenaam Beton. Doordat een van de zweefvliegtuigen een noodlanding te Hotdorf moest maken kwamen er maar 10 zweefvliegtuigen aanDe zweefvliegtuigen droegen geen enkel kenmerk en waren zwart geverfd. Omdat het zweefvliegtuigen waren, waren deze vliegtuigen ook nog eens volkomen geluidloos. Ook was dit de allereerste keer in de geschiedenis dat er zweefvliegtuigen gebruikt werden voor militaire doeleinden. Dit droeg bij tot de verwarring van de verdedigers die niet wisten wat er op hen afkwam.
De Aanval
Op 10 mei omstreeks 0u 16 ontvingt de regimentsstaf het bevel tot werkelijk alarm. Dit bevel werd om 0u50 schriftelijk bevestigd door het regiment. Hierna gaf de regimentsstaf het bevel door aan de kwartieren en de compagnieën. Men wachtte op de schriftelijke bevestiging omdat er een alarmoefening was aangekondigd.
Het bevel werkelijk alarm hield in dat : de brug voor alle verkeer afgesloten werd, de Cointet- elementen werden geplaatst, de klaroenblazer werd uitgezonden om alarm te blazen, burgers die in een straal van 200 meter rond de brug wonen werden geëvacueerd , wapens en munitie werden uitgedeeld en gevechtsklaar gemaakt.
Omstreeks 3u45 waren alle manschappen op hun plaats en waren de telefoonverbindingen in orde. Over deze telefoonlijnen is al gezegd dat het enkel luchtlijnen zijn en dit zal nog zijn gevolgen hebben.
Aan bunker M stond Soldaat Martin Dreesen van de grenswielrijders sinds 4 uur op wacht. Over deze periode vertelde hij het volgende:” Rond 4u20 in de morgen bemerkte ik plots een vreemdsoortig vliegtuig dat geruisloos op me toe kwam gevlogen uit de richting van Maastricht en dit op een hoogte van ongeveer 20 meter boven mijn hoofd, naar rechts afzwenkte en daar neerstortte op zo’n vijftigtal meter van een kleine bunker( bunker A) beneden aan de weg die onder de brug doorliep. Op dat ogenblik realiseerde ik mij nog niet wat er gebeurde doch ik kwam spoedig tot de werkelijkheid terug toen ik bemerkte dat er nog meer van die vreemde vliegtuigen aan het landen waren en toen ik langs alle kanten kogels hoorde fluiten besefte ik maar eerst wat er gaande was.”
Dit gebeurde om 4u20 van vrijdag 10 mei 1940.Vanf het moment dat men doorhad dat men echt aangevallen werd begonnen de soldaten van de 18E linie op de zweefvliegtuigen te schieten. De grenswielrijders trokken zich terug in de bunker om de brug van daaruit te verdedigen en eventueel op te blazen. Bij het aanvangen van de dag waren alle zweefvliegtuigen geland en kwam er een enorm aantal vliegtuigen de grens over. Deze vliegtuigen bombardeerden de dorpen van Vroenhoven, Lafelt, Vlijtingen, Hees en Kesselt. Ook de kruispunten en de commandoposten van de bataljons kregen het zwaar te verduren.
Nadat het eerste zweefvliegtuig “neerstortte op zo’n vijftigtal meter van een kleine bunker( bunker A)” begonnen de Duitsers deze bunker uit te roken. De Duitse soldaten lieten een brandbom bengelend aan een touw binnenvallen in de noordelijke en zuidelijke schietopening. Met holle ladingen werden dan de gepantserde deuren geforceerd. Dan volgde er een hevig luchtbombardement waarna de Duitsers de bunker verlieten. De overlevende Belgische soldaten sloegen er nog in de bunker te verlaten en vluchten terug naar de stellingen van de 18e linie. Dezelfde “procedure” werd gevolgd voor bunker B.
Ook Bunker M werd langs achteren aangevallen door de Duitse soldaten. Sergeant Crauwels probeerde de kazerne te Lanaken te bellen maar hij kreeg geen verbinding. Dit kwam omdat alle luchtlijnen kapot waren door de bombardementen. Na deze mislukte poging om de kazerne te contacteren besloot Sergeant Crauwels om op zijn eigen verantwoordelijkheid de brug op te blazen. De korporaals waren het hier niet mee eens en herinnerden de sergeant eraan dat hij de brug enkel mocht opblazen als vijandelijke pantserwagens de brug wilden oversteken. De sergeant stoorde zich niet aan dit commentaar en ontstak de lonten. Het gehele personeel van de bunker ging hierop naar de benedenverdieping om de ontploffing van de brug af te wachten. Maar op het moment dat sergeant Crauwels de trap afdaalde, deed er zich een ontploffing voor. Deze ontploffing werd veroorzaakt door een holle lading die de Duitsers tegen de deur van de bunker hadden geplaatst. De explosie kostte sergeant Crauwels en 2 soldaten het leven. Vlak na de explosie trok de Duitse korporaal Stenzel de lonten los. Hierna werden granaten en brandbommen in de bunker gegooid. Met de uitschakeling van bunker M was het Duitse doel bereikt; de brug van Vroenhoven zal niet springen. Deze verbluffende actie werd in slechts 15 minuten uitgevoerd.
De enige hoop op vernietiging van de brug lag nu bij het fort van Eben- Emael. Maar dit fort werd ook zwaar aangevallen en was bijna volledig van de buitenwereld afgesloten. Om de situatie aan te geven hier een stuk uit het boek Ceux du fort d’Eben-Emael
“Met een kanon nog steeds geladen wacht ik tevergeefs op een vuurorder. Ik denk opnieuw aan mijn alarmdoel: de weg van Maastricht aan de grens van Vroenhoven. Ik vraag mij af, wie op dit moment daar zit? Zijn het Belgen, Nederlanders of Duitsers? Ik neem geen initiatief waar ik spijt van heb, als ik later de feiten vernomen heb; de weg is ingenomen door een ontelbaar vijandelijk verkeer en de brug van Vroenhoven niet is gesprongen.
Réne Creemers Wachtmeester, Chef koepel 120”
Na de uitschakeling van de bunkers gingen de Duitsers over op de stellingen van de 18e linie.
Allereerst werd de achtersector van compagnie 1 overmeesterd. Ondertussen werden de Duitser soldaten bevoorraad door middel van parachutes. Bij alle veroverde doelen werden er panelen neergelegd zodat het vliegwezen wist wat er van hun is. De nog niet bezette doelen en de mitrailleurstellingen werden hardnekkig bestookt met bommen en mitrailleurvlagen. Ook werden er nu regelmatig valschermspringers gedropt. Deze parachutisten probeerden de telefoonlijnen die bij wonder niet doorgesneden zijn door bombardementen door te knippen.
Om acht uur waren alle Duitsers tussen de commandopost van de 1ste compagnie en het linker voorpeloton van de 2de compagnie verdreven. Ook bereikten de overlevende van bunker A nu de stellingen van de 18e linie. Hierover vertelde een adjudant:” Hun gelaat was zwart, vol bloedende kloven, hun haar verbrand; ze jammerden bitterlijk.”
De 1ste compagnie en het linker voorpeloton van de 2de compagnie konden nog steeds de toegangswegen van de brug bestrijken. Maar ze zijn buiten strijd omdat hun munitie op was.
In de commandopost van het 1ste bataljon (tussen de 7de en de 1ste compagnie in) werd er 2 maal een aanval afgeslagen. Als om 6u een bode van de 2de compagnie verslag komt uitbrengen gaf de commandant van het 1ste bataljon, de 2de compagnie het bevel om de bezette school van Vroenhoven en de brug terug in te nemen.
Omstreeks 10 u werd de commandopost zwaar gebombardeerd en moet de commandopost verplaats worden.
10u. 30 Het rechter voorpeloton van de 2de compagnie besliste om naar de brug op te rukken. Maar van het moment dat de soldaten zich blootgaven kwamen zij onder zwaar vuur te liggen komende van de huizen te Vroenhoven. Daarop nam het 47mm kanon van de 2de compagnie een huis onder vuur. De Duitsers zagende locatie van het 47mm kanon en schoten de bemanning van het kanon neer.
12 u.00 Het achterpeloton van de 2de compagnie probeerde, gesteund door artillerie,de school van Vroenhoven terug in te nemen. De Duitsers verdedigde de school echter en de aanval heeft geen succes.
Rond de middag brachten de Duitsers de reeds gevangengenomen Belgische soldaten terug naar de burg. Deze gevangenen werden aan wederzijde van de burg geplaatst. Tussen de gevangenen kan de infanterie dan ongestoord de brug oversteken. Vanaf dan hadden de Duitsers een serieuze voet op Belgische bodem. Ze hadden te Vroenhoven een bruggenhoofd gevestigd van 1000m breed en 600 m diep. Vanuit deze stelling duwden de Duitsers meer en meer landinwaarts terwijl ze constant versterkt werden, door hun troepen die van Maastricht komen.
In totaal zal over de bruggen van Vroenhoven en Veldwezelt 2 pantserdivisies( op de tien waaruit het Duitse leger bestond)rijden namelijk de 3de en de 4de pantser divisie die samen het 16 pantserlegerkorps vormen.
Vanaf nu kunnen we Vroenhoven volledig beschouwen als bezet gebied.